Joos van Barneveld leidde jaren- lang een dubbelleven. Overdag speelde hij als profvoetballer bij Fortuna Sittard, ‘s nachts ging hij eropuit als graffitikunstenaar DOES. In zijn voetballeven moest hij alles volgens de regels doen die daarbij horen, en had hij het gevoel publiek bezit te zijn. Graffiti, en de anonimiteit die daarbij kwam kijken, gaven hem de uitlaatklep die hij nodig had om dat vol te houden. Toen hij die in 2010 moest opgeven vanwege een knieblessure, stortte hij zich met dezelfde discipline als waarmee hij eerder zijn trainingen afwerkte op zijn kunst.
Tijdens een langdurig verblijf in Australië werd hij gevraagd voor een expositie van zijn kunst in Sydney. Omdat niemand hem er kende als voetballer, sterkte de succesvolle ontvangst van die expositie het vertrouwen in zijn kunst. Zijn werk werd steeds vrijer en expressiever, en de voetballer Van Barneveld maakte definitief plaats voor kunstschilder DOES.
Terug in Europa beleefde hij enkele jaren later opnieuw een eureka-moment, toen hij delen van een schets die hij verscheurd had over elkaar legde. De onverwachte combinatie van de verschillende lagen, het organische van de ruwe scheurrand door de strakke lijnen van zijn tekening, en de schaduw die de ene laag op die andere wierp, fascineerden hem mateloos.
Het zijn sindsdien kenmerken gebleven van zijn stijl. De letters van de naam DOES vormen nog altijd de basis van zijn werk, maar hij heeft de regels van traditionele graffiti losgelaten. Nu benadert hij zijn eigen werk als gigantisch archief waaruit hij samples haalt die hij een spannende, nieuwe context geeft. Het werk in de De La Reystraat is een uitermate geslaagd voorbeeld van die stijl. De beschadiging die midden onderin de muur aanwezig was, heeft hij uiteindelijk bewust niet opgevuld, maar onderdeel van de compositie gemaakt. Net als de flarden graffiti van de oud-voetballer, heeft deze buts zo een geheel nieuwe context gekregen.