Bij zin werk in de publieke ruimte kijkt
Rotterdamse stadstekenaar Erico Smit altijd naar hoe hij een samenspel aan kan gaan met wat hij tekent, en waaróp hij tekent. Het stelt hem in staat op klaarlichte dag guerrillakunst in het straatbeeld te maken, omdat mensen direct aannemen dat zijn werk daar gewoon hoort te zijn.
In zijn rol als stadstekenaar werd hij in 2020 geacht het jaar van de pandemie vast te leggen. Het is deel van een traditie die teruggaat tot de Tweede Wereldoorlog, toen stadstekenaars na het bombardement op Rotterdam erop gestuurd werden om vast te leggen wat er met de stad gebeurd was. Smit zijn tekeningen zijn zeer organisch en hebben een stijl waarin de liefde voor het analoge voelbaar aanwezig is. Daarnaast werkt hij zeer observerend en verhalend, wat maakt dat de rol die het stadsarchief hem gaf prima bij hem past.
Zijn werk in de openbare ruimte en zijn rol als stadstekenaar vallen samen in hoe hij het theehuis in het Afrikaanderpark beschilderd heeft. Smit maakte er een serie portretten van zijn zoontje, die een sequentie vormen voor de kijker die om het huisje heen loopt. “Ik schilderde hem met verschillende emoties”, legt hij uit. “Het is eigenlijk als een animatie uit zes frames, die rondom het huis zit. Maar hij is ook gebonden aan huis, aan die rode lijn. Hij wil vrij zijn, mist zijn vrienden en wil terug naar school. Want hij heeft veel energie!”
Het theehuis is zo een sprekend document geworden van de tijd waarin het gemaakt is. De bitterzoete ironie wil dat dat pas volledig ervaren kan worden wanneer men juist wel het huis verlaat, op een plek die nota bene een sociale ontmoetingsplaats voor mensen uit de wijk is.